Panacheren of stemplicht?

Weldra barst de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen los. Ook ditmaal zullen dure eden gezworen worden over de stem van het volk en de betrokkenheid van de burger bij de politiek. De gemeente is bij uitstek het bestuursniveau met de kortste afstand tot de burger. 


Vanuit het Vlaams Parlement zijn beslist een aantal goede maatregelen genomen om de stem van de burger te honoreren. Denk aan de quasi rechtstreekse verkiezing van de burgemeester en het neutraliseren van de lijststem, waarbij enkel de uitgebrachte voorkeurstemmen tellen om te bepalen welke kandidaat zal zetelen. 


De beslissing om in één adem zo nodig ook de stemplicht af te schaffen, juich ik niet toe. Als de bezorgdheid om de democratie te versterken oprecht was, dan had men veel beter de mogelijkheid tot ‘panacheren’ weer ingevoerd. Dit zou de kiezer de kans geven zijn stem te verdelen over kandidaten van verschillende partijen. Gemeenteraadsverkiezingen gaan veel meer over mensen met ideeën en veel minder over de grote politieke ideologieën.


Het panacheren laat de kiezer toe zelf zijn ‘ideale gemeenteraad’ samen te stellen met personen die het meest bekwaam geacht worden om de gemeente te besturen. Anderzijds weet de verkozene zich gesterkt in zijn mandaat als ‘vertegenwoordiger van het volk’ over de partijgrenzen heen. 


Hoe dan ook, het zal wel een eeuwige zoektocht blijven naar de best representatieve democratie. Eén ding ben ik héél zeker: gemeenteraadsverkiezingen zijn geen parlementsverkiezingen.

De Dorpsstraat is nabijer dan de Wetstraat.